De zaak komt uiteindelijk bij het Gerecht. De wederpartij stelt dat ze de pop wel zo moet vormgeven omdat dit een trend is waar ze niet van kan afwijken. Het moet dus wel een pop zijn met een licht huidskleur, ovaal gezicht et cetera.
Het Gerecht is het daar niet mee eens en stelt dat een ontwerper een pop op vele manieren kan vormgeven. De enige beperking is, dat het om een menselijk figuur moet gaan. Het gedeponeerde model heeft dezelfde lichte huidskleur, ovaal gezicht, licht gebogen bruine wenkbrauwen, blauwe ogen, zwarte wimpers, dunne lippen met kleine glimlach, smalle neus en dezelfde expressie.
Er zijn een paar verschillen, zoals de iets andere vorm van de kale schedel. Bij normaal gebruik wordt het hoofd op een poppenlichaam gezet en krijgt de pop een pruik op. Dan vallen die verschillen weg. De overige kleine verschillen zijn onvoldoende om een andere algemene indruk te geven. Het model mist daardoor inderdaad eigen karakter. Het aangevraagde model is nietig. (Bron beeld: uitspraak.)