Voor concurrenten biedt een faillissement juist een nieuwe kans. Door het klantenbestand en de merkrechten over te nemen van de curator, kan vrij makkelijk (en relatief goedkoop) een stuk markt gekocht worden. De vraag is echter, of de curator die merkrechten wel kan verkopen? Bedrijven hebben namelijk vaak intellectuele eigendomsrechten (zoals merken en domeinnamen) niet geregistreerd op de werkmaatschappij maar juist op een ander bedrijf/holding of privénaam. Als de werkmaatschappij failliet gaat, vallen deze rechten niet in de boedel. De curator staat in dat geval deels met lege handen. Hierdoor kunnen er problemen ontstaan over wie de rechten mag verkopen op het gebruik van het merk/ de naam.
Sinds 2004 wordt er een grote landelijke competitie georganiseerd onder de naam ‘The Clash of the Cover Bands’. Om de rechten goed te beschermen, heeft de bedenker van deze wedstrijd de naam ‘The Clash of the Cover Bands’ (in 2004) en het logo (in 2009) als merk laten vastleggen. Beide merken staan op zijn eigen naam. Sinds 2011 wordt de wedstrijd georganiseerd door een stichting. Die wordt echter in juni 2013 failliet verklaard. Twee partijen twisten daarna over de vraag wie onder de naam “The Clash of the Cover Bands” een doorstart mag maken. Het bedrijf Artists & Bands dat de merkrechten in juli 2013 heeft gekocht van de oorspronkelijke merkhouder of het bedrijf dat de rechten heeft gekocht van de curator?
In de rechtszaak die volgt draait alles om de vraag wie nu de rechten heeft op de merken. In het officiële merkenregister staan beide merken namelijk nog steeds op naam van de oorspronkelijke bedenker en niet op naam van de gefailleerde stichting. De curator stelt dat de merkrechten zijn overgedragen aan de stichting, want die organiseert sinds 2011 de wedstrijd.
De rechter is het daar niet mee eens. De stichting organiseerde wel de wedstrijd en exploiteerde zo wel de merkrechten, maar dat wil nog niet zeggen dat zij daarmee ook eigenaar is geworden van de merken. Bij wet is namelijk bepaald dat merkrechten alleen schriftelijk overgedragen kunnen worden. Dat is niet gebeurd. De merkrechten waren daarom nog steeds in handen van de oorspronkelijke bedenker en zijn nooit rechtsgeldig overgedragen aan de stichting. Omdat de stichting de rechten niet had, kon de curator ze ook niet overdragen/ verkopen aan een ander bedrijf.
De verkoop van de merken door de oorspronkelijke bedenker aan Artists & Brands is wel rechtsgeldig. Alleen die mag onder de oude naam een doorstart maken. Het bedrijf dat de rechten heeft overgenomen van de curator heeft niet alleen een kat in de zak gekocht, maar moet daarnaast als verliezer tevens de juridische kosten van de wederpartij betalen (een kleine zesduizend euro).
De rechtszaak maakt duidelijk dat het verstandig kan zijn om intellectuele eigendomsrechten (zoals merken en domeinnamen) te registreren op naam van een moederbedrijf/holding en niet op naam van de werkmaatschappij. Bij een faillissement van de werkmaatschappij is op die manier een deel van de goodwill veilig gesteld. Voor kopers uit een faillissement: check altijd eerst welke rechten er zijn en of die wel zijn over te dragen.