zuivelproducten, gebak, snoepgoed en koffieproducten) maakt Ehrman hiertegen bezwaar. De merkautoriteiten (en het Gerecht) zijn het hier mee eens. De merken lijken visueel enigszins en begripsmatig erg op elkaar. In beide gevallen gaat het om een in stripstijl getekende dinosaurus, een vriendelijk en blij beestje. Beide getekend vanuit hetzelfde perspectief alleen loopt de nieuwe dino de andere kant op.
Er zijn wel verschillen ( de oudere dino loopt op schoenen, met glas melk in zijn handen en likt zijn lippen) maar daar let de consument niet op. Vaak zullen de merken/ producten niet direct naast elkaar te ziet zijn. De consument moet zich dan baseren op een vage herinnering en deze details dan vergeten. Ook de producten zijn identiek dan wel soortgelijk/ complementair. Gevolg: de aanvraag wordt dan ook geweigerd. Conclusie: worden er stripfiguren gebruikt in de communicatie ter promotie van bepaalde producten, registreer die dan tijdig.