Als voor een merk bescherming wordt aangevraagd, dan wordt de aanvraag na een paar dagen door de merkautoriteiten online gepubliceerd. Zo kan iedereen makkelijk nagaan of een claim op een merk wel terecht is. De merkenregisters worden echter ook gebruikt door bedrijven met een minder nobel streven. Zij gebruiken de data om merkhouders met spookfacturen te bestoken. Lucratieve handel? Jazeker. De overheid schat, dat afgelopen jaar een paar duizend ondernemers hier zijn ingetrapt. Schade ca. 400 miljoen euro.
De facturen geven de indruk afkomstig te zijn van de officiële autoriteiten (het Benelux of het Europese merkenkantoor). Dit komt met name door de naam die ze gebruiken (zoals bijvoorbeeld EPTR- European Patent and Trademark Register, BMV – Benelux Merken Vernieuwingen en European Trademark Organisation). Bij een nieuwe merkaanvraag hoeven de overheidstaksen niet vooraf betaald te worden. Als er dan een factuur op de deurmat valt, dan is dat niet onverwacht. De kosten zijn echter wel wat hoger dan verwacht (namelijk een paar duizend in plaats van een paar honderd euro). Bij nader inzien blijkt de factuur echter een aanbod te zijn om het merk te vermelden in een gidsje in Verweggistan. Als de ondernemer betaalt, dan gaat hij hiermee akkoord en is hij zijn geld kwijt.
Deze vorm van misleiding wil de overheid nu gaan aanpakken. In april is er een initiatiefwet ingediend door de SP en de VVD. Doel is om ondernemers te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken en het expliciet strafbaar stellen van dit soort praktijken. Op zich is dit een prima initiatief, want momenteel komen de oplichters vrijwel overal mee weg. Als er getekend is, zitten ondernemers soms jaren aan een waardeloze overeenkomst vast voor duizenden euro’s. Met een strafrechtelijke vervolging worden de boefjes nu zelf aangepakt en dat kan helpen.
Een andere veel voorkomende vorm van misleiding is, het sturen van facturen voor de instandhouding van een merkregistratie. Een bedrijf moet eens in de tien jaar een paar honderd euro betalen om een merk in stand te houden. In de Benelux is bedacht dat iedereen een merk mag vernieuwen, ook al heb je totaal geen band met het bedrijf. Een volmacht om zoiets te mogen doen, is niet noodzakelijk. Zie hier de ideale gelegenheid voor boefjes om bedrijven zand in de ogen te strooien. De merkhouders worden met brieven (die afkomstig lijken te zijn van de autoriteiten) bestookt, om het merk te vernieuwen. Kosten natuurlijk een paar duizend in plaats van een paar honderd euro. Als je tekent zit je er aan vast. Helaas is er niets tegen te doen, want de partij vernieuwt het merk wel, alleen voor belachelijk veel geld.
Als de nationale merkautoriteiten zouden eisen dat er een expliciete volmacht overlegd moet worden, dan wordt deze route afgesloten. Helaas wil men hier niet aan. Sterker, de autoriteiten vinden dat ondernemers maar gewoon beter moeten opletten. Dus tot die tijd, teken nooit en raadpleeg eerst de autoriteiten of een bekend merkenkantoor. Geld terugkrijgen is namelijk onbegonnen werk.