De eretitels Koninklijke en Hofleverancier worden door vele instanties gebruikt. Echter er is wel een duidelijk verschil in de titels. De oorsprong ervan gaat terug tot in de tijd van Napoleon. Tegenwoordig is het nog steeds de Koning die deze gunst verleend. Omdat het niet een afdwingbaar recht is, maar meer een gunst, staat de toekenning (en intrekking ervan) een beetje op gespannen voet met ons staatsrecht. De toekenning ervan gebeurd namelijk niet onder ministeriele verantwoordelijkheid maar is een Koninklijk besluit, waartegen geen beroepsprocedure bestaat.
De term Koninklijke zien we vooral terug bij grote bedrijven (bijvoorbeeld Koninklijke Philips NV). Het symboliseert het vertrouwen van de Koning in de organisatie. Het predicaat Koninklijke wordt niet alleen toegekend aan bedrijven, maar ook aan verenigingen, instellingen, verenigingen en stichtingen. Het verzoek om de term Koninklijke te mogen gebruiken, loopt via de burgemeester van de vestigingsplaats van de organisatie.
Bedrijven moeten in Nederland een vooraanstaande plaats innemen (liefst met internationale uitstraling). Er wordt gekeken naar de omvang van het bedrijf, aantal werknemers (in principe minimaal 100) en natuurlijk het onberispelijke gedrag van het bedrijf. Het bedrijf moet daarnaast in principe minimaal 100 jaar bestaan en de financiële boekhouding van de afgelopen vijf jaar moet in orde zijn. Bij toekenning reikt de Commissaris van de Koning de oorkonde uit. Het bedrijf mag dan aan de naam het predicaat Koninklijke toevoegen en de Koninklijke Kroon in het logo opnemen (de kroon met de vijf bogen en kruis in het midden). Bij uitzondering (en na voorafgaande toestemming) mag er een gestileerde versie van de Kroon worden opgenomen in het logo.
Verenigingen en organisaties kunnen ook het predicaat Koninklijke krijgen (niet Hofleverancier). Hiervoor geldt eveneens dat de organisatie een vooraanstaande plaats moet innemen, goed bestuurd moet worden en dat minimaal 100 jaar moet bestaan. Het predicaat wordt slechts bij een bijzonder jubileum verleend. Verenigingen met een politieke, religieuze of levensbeschouwelijke opvatting kunnen het predicaat niet krijgen.
De term Hofleverancier is veel meer voor regionale kleine en middelgrote bedrijven. Koning Willem I voerde dit in 1815 in. Een kleine 500 bedrijven hebben het recht om de titel: “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier” te voeren samen met een afbeelding van het Koninklijk Wapen (meer een soort schild). De eretitel wordt voor 25 jaar toegekend en kan (als het bedrijf zich netjes blijft gedragen) verlengd worden met 25 jaar. De criteria om de titel te krijgen, zijn enigszins hetzelfde als voor Koninklijke alleen is het voor kleinere en regionale bedrijven. Het gaat wel echt om Nederlandse bedrijven. Buitenlandse bedrijven kunnen de eretitel niet krijgen (ongeacht hoe lang ze al in Nederland zijn gevestigd). De titel is een echte eretitel, de bedrijven leveren namelijk vaak niet zelf aan het hof.
Het gebruik is wel aan strenge eisen onderworpen. Het mag de naam en reputatie van de Koning niet schaden. Gebruik mag alleen “waar dit past”, dus op briefpapier, verpakkingen. Gebruik van alleen de term HOFLEVERANCIER of het Koninklijk Wapen in een andere vorm niet toegestaan. Toch lijkt er wel wat mogelijk te zijn, gezien het huidige gebruik van bijvoorbeeld het KLM logo en het KPN logo (met gestileerde kroon). Overleg daarvoor eerst met de RVD. Bedenk wel dat keihard commercieel gebruik over de rug van de Koning nadelige gevolgen kan hebben (tot intrekking aan toe). Verkrijgen is een, behouden een volgende stap.