Als tegenactie start de Amerikaanse keten een doorhalingsactie tegen het Benelux merk wegens niet normaal gebruik. Insteek: de merkrechten kunnen alleen in stand blijven als er een keten snackbars is, één snackbar in Zeeland is te weinig.
Het Hof is het daar niet mee eens. In Nederland zijn juist veel buurt snackbars. De Zeeuwse snackbar heeft een vergelijkbare omzet. De naam en het logo worden gebruikt op de gevel, verpakkingen, tasjes, kassabonnen en bij sponsor-/reclameactiviteiten. Het merkgebruik is dus niet symbolisch en blijft in stand. De Amerikaanse keten mag haar merk niet gebruiken in de Benelux.
Op zich een logische uitspraak, alleen wel verbazingwekkend dat de Amerikaanse keten deze route heeft gekozen. Als zij direct had geprobeerd de zaak te schikken, dan was dit waarschijnlijk gelukt. De Amerikaanse keten mag de naam wel blijven gebruiken voor haar holding in Amsterdam. Diensten van een holdingmaatschappij en interne financieringen zijn niet vergelijkbaar met de diensten van een snackbar. Dat is geen inbreuk.