De merkautoriteiten stelden dat beide wereldberoemde beelden vaak gebruikt worden in reclame als symbool voor mannelijke en vrouwelijke schoonheid en gezondheid. Om die reden zijn de beelden niet onderscheidend voor deze producten en werd het merk geweigerd. De houder ging hiertegen in beroep en kreeg gelijk. Het gaat hier namelijk niet om de losse beelden zelf, maar om een unieke combinatie van twee beelden. Door de compositie ontstaat een gemanipuleerd en ongebruikelijk beeld, waardoor het logo wel degelijk onderscheidend vermogen heeft. Een terecht besluit, alleen is het wel jammer dat het Hof zich niet uit over de (on)wenselijkheid om beelden uit het publieke domein te monopoliseren.