Het houtbedrijf stuurt een paar dagen later een aangetekende brief om de overeenkomst op te zeggen wegens bedrog en dwaling. Een telefonische verkoper had gezegd, dat Trademark Office een onafhankelijk controlerende organisatie is en dat een concurrent de <.com> domeinnaam wilde vastleggen. Het houtbedrijf had echter een eerste registratierecht. Onder invloed hiervan is de overeenkomst gesloten.
Alleen bleken deze mededelingen leugens te zijn. Er volgt een rechtszaak, omdat het houtbedrijf weigert te betalen. Bij de rechter betwist Trademark Office dat deze mededelingen zijn gedaan, alleen zijn daarvan geen bandopnames.
De rechter oordeelt dat het de keuze is van Trademark Office om wel of geen bandopname te maken van het hele gesprek. Als er echter later discussie ontstaat over wat er voorafgaand is gezegd, dan is dat voor risico van het bedrijf. Om die reden volgt de rechter het betoog van het houtbedrijf en wordt de overeenkomst vernietigd wegens bedrog.